Tips voor spel­leiders

Elke spelleider geeft leiding op zijn eigen manier. De één is wat rustiger, de ander extraverter. Dat is allemaal prima. Er zijn wel een paar aandachtspunten die voor alle spelleiders gelden, of je het nu online speelt of fysiek bij elkaar.

Je bent geen deelnemer

Als spelleider doe je zelf niet mee aan het spel. Jij bewaakt het proces en de sfeer, maar je houding is neutraal. Dat is best lastig als het over jouw onderwerp gaat. Wil je meedoen, vraag dan iemand anders als spelleider.

  • Je geeft geen inhoudelijke antwoorden en geen sturing aan de inhoud
  • Voorkom dat je zelf samenvat, laat indien nodig deelnemers dat doen (vraag: dus…?)
  • Zorg dat deelnemers met elkaar in discussie gaan, en niet tegen jou gaan praten. (Zeg: vertel het je collega’s)
  • Blijf op de achtergrond: het mag door elkaar gaan, wees niet te strak

Bewaak de tijd

Het spel moet helemaal uit gespeeld worden. Op het speelbord en in de handleiding staat bij elke stap een tijdsduur. Die tijd is indicatief. Houd je daar niet te strak aan, laat je leiden door de kwaliteit van de discussie. Grijp in als het te veel uitloopt. Zorg dat je zeker 40 minuten overhoudt voor de laatste twee stappen (7 en 8).

  • Houd de snelheid erin
  • Zet aan tot volgende stap
  • Kap discussies af als de spelers het al eens zijn
  • Houd de tijd zelf in de gaten maar vestig daar niet op voorhand de aandacht op

Focus op doel

Het spel wordt gespeeld met een vooraf bepaald doel. Het is jouw taak om de focus van de spelers op dat doel te houden.

  • Vraag steeds weer: gaat dit nog over het bereiken van het doel?
  • Noteer interessante discussiepunten die buiten het doel vallen: dan kan die discussie op een ander moment worden gevoerd

Stimuleer discussie

Onderdeel van het spel is dat de spelers elkaars standpunten en prioriteiten leren kennen, elkaar overtuigen en samen beslissingen nemen. Daarvoor is discussie noodzakelijk. Het is jouw taak discussie te stimuleren.

  • Nodig uit tot bijval of tegenspraak. Vraag; vinden jullie dit ook?
  • Als het lang stil is nodig uit tot hardop denken
  • Kap discussies, als het tenminste over het doel gaat, niet te snel af

Zorg voor actieve houding

De beste resultaten krijg je als de spelers een actieve en betrokken houding hebben. Deelnemers die niet achteroverleunen, maar juist op het puntje van hun stoel zitten. Jij kunt die houding activeren, ook als je het spel online speelt.

  • Zit en praat zelf actief
  • Geef geen beurten, maar leg het bij de groep: wie begint?
  • Ga zelf soms staan (geldt niet voor online)
  • Schakel de spelers in bij taken (verdelen, opruimen)(geldt niet voor online)
  • Voor online: geef spelers een beurt als je ziet dat de aandacht verzwakt

Bewaak groepsdynamiek

Het is belangrijk dat je de groepsdynamiek goed in de gaten houdt en vriendelijk ingrijpt waar nodig. Iedereen moet aan bod kunnen komen en zich veilig voelen. De sfeer moet positief en prettig zijn.

  • Voorkom dominantie, geef anderen het woord
  • Leid weg van stokpaartjes, kap vriendelijk af
  • Let op dat spelers bij een individuele keuze die ook echt zelf bepalen
  • Maak een eind aan onderonsjes: we houden het in de groep (geldt niet voor online)
  • Zet ze hard aan het werk. Lachen is prima, maar het is een serieus spel

Stel gerust

Op enig moment tijdens het spelen worden de spelers bezorgd: of het wel goed gaat, er niet te veel kaarten op een stapel liggen, er te weinig tijd is. Stel de spelers gerust.

  • Complimenteer regelmatig: het gaat heel goed zo
  • Geef aan bij zorgen: ik houd dat in de gaten

Nog een paar algemene tips

  • Lees vooraf de instructie in de handleiding door (voor online; lees de dia’s in de powerpoint), zodat je de tekst soepel uitspreekt
  • Vraag om telefoons etc. op stil te zetten en weg te leggen
  • Leg het spel niet uit aan de spelers, begin gewoon
  • Lees de instructies per stap helemaal voor. Herhaal kort de kernwoorden
  • Tussentijds verdwijnen er tipkaarten uit het spel. Soms vinden spelers dit jammer. Maak tussendoor foto’s van de tipkaarten die op het bord liggen. (Voor online geldt dit niet: je hebt de powerpoint met alle kaartjes als referentie)